Visie en Doel

Therapie en opleidingen, geboden door Fariba Rhmaty, komen voort uit het streven haar persoonlijke ervaringen en opgedane kennis nuttig te maken voor cliënten en hulpverleners ten einde migranten en vluchtelingen de hulp te kunnen bieden waarmee zij weer positief vorm aan hun leven kunnen geven.

Visie

Fariba’s werkwijze is gebaseerd op methoden en concepten uit de transculturele systeemtherapie, de culturele antropologie en de ontwikkelingspsychologie. Essentieel is daarbij de mens in zijn context te zien. Een context die gevormd wordt door het gezin waarin de cliënt is opgegroeid, het land en de cultuur waaruit de cliënt komt. Daarbij worden ook de verschillende fases en bijzondere omstandigheden die deze mens meemaakt in zijn leven onder de loep genomen, maar ook de krachten en steunbronnen, die vaak op de achtergrond zijn geraakt.

Fariba heeft aandacht voor de verschillen tussen culturen maar ook de verbindende elementen, zij probeert een brug te slaan en steeds verschillende perspectieven te bekijken. Mensen uit andere culturen hebben vaak andere coping mechanismen, andere beliefsystemen. Zij integreert dit in haar werk door middel van interculturele competenties (vaardigheden), een persoonlijke benadering, kennis van andere culturen, en inzicht in de dominante cultuur.

Systeemtheoretische achtergronden van Fariba zijn de cybernetische stroming (circulaire vragen stellen, familieleden die niet fysiek aanwezig zijn een plek en stem geven), de intergenerationele stroming (genogram) en het levensfasemodel/faseovergangen (migratie is een bijzondere faseovergang) en de narratieve stroming (de mogelijkheid bieden om het niet-dominante verhaal naar voren te halen).

Doel

Het doel van Fariba is om bij haar cliënten de stagnatie te doorbreken. Dat de cliënt vanuit zijn donkere tunnel weer het licht ziet.

Bij migranten en vluchtelingen kunnen verschillende stadia onderscheiden worden die zij doorlopen.

  • De eerste fase is die van separatie. Als migrant neem je afstand van je eigen cultuur en leefpatronen. Het is een fase van rouwen over dat gemis.
  • In de tweede fase, die de liminale fase wordt genoemd, ben je je eigen cultuur en gewoonten kwijtgeraakt, maar de nieuwe leefpatronen, rollen en gedragscodes nog niet eigen gemaakt. De meeste cliënten komen in deze transitie fase bij de geestelijke gezondheidszorg terecht. Dit is een heel moeilijke, verwarrende fase en duurt soms erg lang. De cliënt voelt zich in geen van de beide werelden thuis. Er zijn identiteitsvragen.
  • Als de cliënt, met behulp van therapie, deze fase goed afrondt, komt hij in de re-integratie fase. Een fase waarin hij de geleerde patronen in het nieuwe land eigen heeft gemaakt en zijn toekomst weer vorm kan geven.

Specialisatie

Fariba’s eigen geschiedenis als vluchteling uit Iran heeft ertoe geleid dat zij haar systeemtheoretische opleiding heeft kunnen toespitsen op hulp aan getraumatiseerde vluchtelingen.

Haar deskundigheid in traumabehandeling bij vluchtelingen komt met name tot uiting in het begeleiden van cliënten bij het ontsluiten van hun eigen kracht- en inspiratiebronnen. Voorwaarde daarvoor is aansluiting te vinden bij hun eigen culturele achtergronden. Door jarenlange ervaring met de behandeling van acculturatieproblemen en traumaverwerking heeft zij hiervoor een eigen methodiek ontwikkeld, het transitiemodel.

Fariba heeft hierover een boek geschreven: “Traumaverwerking met vluchtelingen”

Daarnaast heeft Fariba zich gespecialiseerd in bi-culturele relatie- en gezinstherapie en de behandeling van kinderen en jongeren. Fariba werkt al lange tijd op de jeugdafdeling van een GGZ organisatie en heeft daar veel ervaring opgedaan met kindertherapie.

Scroll naar boven